Wie is Bahá’u'lláh?
een nieuwe Manifestatie van God
Een nieuwe Manifestatie van God?
Op deze plek aangeland, krijgen we als schrijvers enige schroom. Er rust in onze hedendaagse samenleving zo'n enorm taboe op 'God' en 'religie' dat we het spreken over de komst van een nieuwe Manifestatie van God met enige terughoudendheid doen.
En tegelijkertijd kijk je naar de wereld om je heen en denk je: "waar zijn we als wereldsamenleving in hemelsnaam toch mee bezig?", "zijn we als mensheid nu volstrekt aan het slapen of is 'mentaal ziek' een betere verwoording?". Waardoor komt het dat we als menselijke soort dit volstrekt destructief gedrag vertonen? Zowel naar de planeet, naar alles wat er leeft en zelfs naar onze medemens?
Waarom zijn we niet eenvoudigweg menselijk? Gewoon: elkaar helpen, begrijpen, samenwerken. Waarom maken we vanuit eigenbelang, hebzucht en wantrouwen alles zo complex—als we ook kunnen verbinden?
Er is echt iets nodig in de wereld: een diepgaande transformatie. Maar het is evident dat we hier als mensheid zelf niet uitkomen. Vanuit de politiek niet, de wetenschap niet, de godsdiensten niet—gewoon 'niet'. We zijn vastgelopen op een punt waar we niet voorbij komen.
En tegelijkertijd kijken we als bahá’ís om ons heen en denken: "maar kijk dan even en heb het door!" En dan bedoelen we: er is een nieuwe Manifestatie van God verschenen.
Het lijkt zó logisch dat als de fysieke wereld één magie is (elk sneeuwvlokje heeft een andere, symmetrische structuur; breek het steeltje van een sinaasappel en zie een vijfpuntige ster; hoe kom je aan 'levende steentjes' in je mond?; enz enz.) — dat er dan een Schilder is van dit wonderbaarlijke schilderij (het universum).
Heel voor de hand liggend dat als deze Onkenbare Essentie zich op een volgend niveau kenbaar wil maken, dit in gewone mensentaal gebeurt. En dat er dan een menselijk lichaam bovenmenselijk bezield wordt om de Drager of Boodschapper te kunnen zijn van een goddelijke instructie voor de mensheid.
En dat als elke 500 à 1000 jaar zo'n Persoon verschijnt—een Manifestatie van God—je daar dus onmiddellijk kennis van wilt nemen. De Bron van het Bestaan spreekt tot de mensheid! En dat als je hoort dat de instructie voor dit tijdperk kort samengevat ongeveer luidt: 'vanuit het besef van één-zijn bouwen aan de grote eenheid-in-verscheidenheid van de mensheid'— lijkt het zo logisch te denken: 'ja, hoezo eigenlijk zou je op dit moment in de geschiedenis iets anders verwachten?'.
Wie was Bahá’u'lláh?
Bahá’u'lláh (letterlijk: 'Glorie van God') werd in een adellijke familie geboren op 12 november 1817, niet al te ver van de hoofdstad van het toenmalige Perzische Rijk.
Zijn vader was minister van de Sháh en Bahá’u'lláh was voorbestemd om Zijn* vader op te volgen.
(* NB: hoofdlettergebruik uit respect.)Bahá’u'lláh bezocht geen school maar gaf al op jonge leeftijd blijk van ongekende wijsheid; een politieke ambitie had Hij niet.
In 1844 werd Hij een vooraanstaand volgeling in de spirituele vernieuwingsbeweging van de Báb ('Poort'; 1819-1850) die brak met de orthodoxe Islam en de komst van een nieuw tijdperk aankondigde—feitelijk de komst van Bahá’u'lláh.
In 1853, vanwege deze loyaliteit gevangen gezet in een ondergrondse kerker in Teheran, ontving Bahá’u'lláh in een mystieke ervaring Zijn missie.
Pas in 1863, inmiddels een banneling in Bagdad, verkondigde Hij publiekelijk Zijn rang en missie.
Verder verbannen naar Istanbul en Edirne en tenslotte 'Akka (wat nu Noord Israel is) riep Hij in een serie brieven de koningen en heersers van die tijd op Zijn goddelijke rang te erkennen en de Allergrootste Vrede te vestigen.
Zijn leer die Hij als openbaring ontving, dicteerde Hij in talloze brieven ('tafels') en boeken. Een deel is beschikbaar in het Engels; een kleiner deel in het Nederlands.
Bahá’u'lláh overleed op 29 mei 1892, nog steeds een gevangene van het Perzische en Ottomaanse rijk, in relatieve vrijheid nabij 'Akka, waar Hij begraven is.
Testamentair wees Hij Zijn oudste zoon (‘Abdu’l-Bahá) aan als geautoriseerd uitlegger van Zijn Geschriften en Centrum van Zijn Verbond tot wie alle volgelingen zich moesten keren.
De eenheid van Zijn Zaak stelde Hij bovendien veilig middels een fijnmazig bestuurlijk stelsel dat het permanente gezag zou uitoefenen, mondiaal onder het Universele Huis van Gerechtigheid dat sinds 1963 vijfjaarlijks democratisch wordt gekozen.
Wat leerde Bahá’u'lláh?
De uniciteit en inherente waardigheid van ieder mens;
Het één-zijn van de mensheid: de gelijkwaardigheid van man en vrouw—van ieder mens ongeacht huidskleur of achtergrond; mensheidsliefde;
De zuiverheid en onsterfelijkheid van de menselijke ziel die alle eigenschappen van God in potentie in zich draagt;
Het doel van het menselijke bestaan: vanuit vrije wilskeuze God te leren kennen en lief te hebben—zich uitend in de ontplooiing van de/alle latent in ons aanwezige goddelijke eigenschappen;
Het bestaan van één God: alomtegenwoordig, al-liefhebbend, almachtig, onkenbaar en tegelijk in alles zichtbaar;
De fundamentele eenheid van alle religies—immers voortkomend uit dezelfde Bron (en voor zover de zuiverheid bewaard bleef);
De essentiële verantwoordelijkheid en bijdrage van ieder mens aan de bloei van een wereldbeschaving;
Het instrumentarium voor het vestigen van wereldvrede en wereldeenheid-in-verscheidenheid: o.a. geweldloosheid, collectieve veiligheid, recht, consultatie, educatie, wereldburgerschap, een wereldhulptaal;
De aan vrede en orde onderliggende principes en waarden, waaronder: gerechtigheid en rechtvaardigheid, wijsheid, waarheidsliefde, vrij zijn van vooroordelen, vrijheid en gehoorzaamheid, verdraagzaamheid;
Idem voor het harmonieus samenleven: liefde, vriendschap, gemeenschap, hartelijkheid, gastvrijheid, hulpvaardigheid, onzelfzuchtigheid, geduld;
Idem voor een rechtvaardige economie, zoals zorgzaamheid, dienstbaarheid, gematigdheid, samenwerking, wederkerigheid, vrijgevigheid, delen;
De heiligheid van het huwelijk en het gezin en de hoge waarde van kinderopvoeding;
...
Heel veel meer—het principe van 'zelfstandig onderzoek naar de waarheid' (eigen oordeelsvorming) is daarbij leidend en eenieder is daartoe uitgenodigd.
Stel je hulp op prijs om op weg te komen bij je onderzoek? Stuur dan even een berichtje via het Chatbolletje en geef aan in welke vorm (telefoon, email, Zoom of live bezoek...) je dat prettig vindt.
Het initiatief tot dit evenement komt vanuit de bahá’í-gemeenschap (regio Zuidoost Nederland) en is open voor iedereen. Meer verbinding voor een betere wereld. Ook bijdragen? Welkom! Contact via het 'Chatbolletje'.